Pot, Baumgarten and Friends:
volksmuziek met jazz en een vleugje klassieke muziek!

Pot, Baumgarten and Friends speelden veel nieuwe nummers tijdens het concert in de Nicolaaskerk. Een aantal van deze nummers werd voor de eerste keer voor publiek ten gehore gebracht in aanloop naar de opname van een nieuwe cd in maart. De muziek werd gekenmerkt door diverse invloeden uit bijvoorbeeld jazz, klassieke muziek, folk en pop.

De groep opende het concert met het uiterst relaxte nummer 'Some Son'. Son is een stijl van Cubaanse muziek, die oorspronkelijk uit het oosten van Cuba komt en wordt gezien als een van de belangrijkste voorlopers van de huidige salsamuziek. Daarmee werd ook direct de toon voor de rest van het concert gezet.

Alle nummers die werden gespeeld, zijn door de leden zelf gecomponeerd, het merendeel door Philip Baumgarten (contrabas) en Peter Pot (diatonische accordeon). Een mooi voorbeeld hiervan was het nummer Thalassa, gecomponeerd door Baumgarten, een splinternieuw nummer met een afwijkende, elfachtste maat en een sterk ritme. Er zaten mooie melodielijnen in die prachtig van het ene instrument naar het andere oversprongen. Dat was bij meerdere stukken overigens een sterk punt, die meerlaagse melodieën. Er was in de diverse nummers veel ruimte voor de individuele muzikant. Zo kwamen ook Lotte van Velthoven op cello en René van Astenrode op vibrafoon en percussie ruimschoots aan bod.

Pot gaf enige uitleg over de diatonische accordeon (trekharmonica). Hij liet onder andere een heel klein exemplaar zien, niet veel groter dan zijn hand. Anders dan een 'gewone' accordeon geeft een trekharmonica, wanneer je een bepaalde toets indrukt, bij het uittrekken een andere toon dan bij het induwen. Om een melodie goed te kunnen spelen krijg je dus "een heen en weer gedoe van jewelste", zoals Pot het zelf omschreef. Dat was haast tot in het extreme doorgevoerd in het nummer Innamorato, waarbij aan de baskant één toets werd ingedrukt en het instrument constant heel snel en kort uitgetrokken werd en ingeduwd, waardoor een staccato afwisseling van twee tonen ontstond. Daar tegenin werd met de rechterhand de melodie gespeeld. Door die snelle beweging kreeg de muziek een gejaagd ritme, dat naadloos aansloot bij een jachtig kloppend, verliefd hart, waarnaar de titel van dit nummer verwees.

De cello had wat last van de kou, waardoor hij niet helemaal zuiver klonk en hier en daar zouden de inzetten wat strakker kunnen, maar alles met elkaar was het een plezierig concert om naar te luisteren . Een prettige mix van relaxte muziek en swingende nummers. Veel toehoorders waren na afloop terecht lovend.

Meer informatie vindt u op potbaumgartenandfriends.nl.

 

terug naar overzicht